Preek van de week – Wat bepaalt jouw keuze? Dienst samen met tieners voorbereid nav 1 Koningen 11: 42-12:19

In het verhaal van 1 Koningen 12 moet de nieuwe koning Rechabeam, opvolger van zijn vader de beroemde koning Salomo, meteen aan het begin een keuze maken die beslissend zal zijn voor de toekomst van Israël. De manier waarop hij het doet, mag ons aan het denken zetten.
1 Koningen 11: 42- 12: 19
Veertig jaar regeerde Salomo vanuit Jeruzalem over heel Israël, 4tot hij bij zijn voorouders te ruste ging.
Hij werd begraven in de Davidsburcht, en zijn zoon Rechabeam volgde hem op.
Rechabeam ging naar Sichem, waar heel Israël was samengekomen om hem tot koning uit te roepen.
Jerobeam, de zoon van Nebat, hoorde hiervan, maar hij bleef in Egypte, waarheen hij voor koning Salomo was gevlucht. Daarom werden er boden gestuurd om hem te halen, en samen met de verzamelde Israëlieten wendde hij zich tot Rechabeam met het volgende verzoek: ‘Uw vader heeft ons een zwaar juk opgelegd. Maakt u onze taak nu minder zwaar, verlicht het juk waarmee uw vader ons heeft belast, dan zullen wij u dienen.’ ‘Geef me drie dagen bedenktijd,’ antwoordde Rechabeam, ‘en kom dan bij me terug.’
Toen het volk was weggegaan, raadpleegde Rechabeam de oudsten die zijn vader Salomo terzijde hadden gestaan toen die nog leefde: ‘Wat raadt u mij aan? Wat moet ik het volk antwoorden?’
‘Als u zich nu een dienaar van het volk toont,’ zeiden ze, ‘en het van dienst bent met een welwillend antwoord, zal het u voor altijd dienen.’
Maar hij legde de raad van de oudsten naast zich neer en raadpleegde de jongemannen die met hem waren opgegroeid en die hem nu terzijde stonden:
‘Wat raden jullie aan? Wat moeten wij het volk antwoorden op zijn verzoek om het juk te verlichten dat mijn vader het heeft opgelegd?’
De jongemannen zeiden tegen hem: ‘Het volk heeft je gevraagd om het te ontlasten van het zware juk dat je vader het heeft opgelegd. Welnu, zeg tegen hen: “Mijn pink is dikker dan het lid van mijn vader! Mijn vader heeft u een zwaar juk opgelegd, ik zal het nog verzwaren. Mijn vader heeft u gehoorzaamheid geleerd met zwepen, ik zal u gehoorzaamheid leren met schorpioenen!”’
Toen Jerobeam en de andere Israëlieten na drie dagen bij koning Rechabeam terugkwamen, zoals hun gezegd was, gaf de koning hun een hardvochtig antwoord. Hij legde de raad van de oudsten naast zich neer en antwoordde zoals de jongemannen hem hadden aangeraden: ‘Mijn vader heeft u een zwaar juk opgelegd, ik zal het nog verzwaren. Mijn vader heeft u gehoorzaamheid geleerd met zwepen, ik zal u gehoorzaamheid leren met schorpioenen.’ De koning gaf dus geen gehoor aan het verzoek van het volk. De HEER had dit zo beschikt om in vervulling te laten gaan wat hij bij monde van Achia uit Silo aan Jerobeam, de zoon van Nebat, had voorzegd.
Toen de Israëlieten merkten dat de koning aan hun verzoek geen gehoor gaf, zeiden ze tegen hem: ‘Wat hebben wij met David te maken? Wij hebben niets gemeen met de zoon van Isaï! We breken op, volk van Israël! Het koningshuis van David zorgt maar voor zichzelf!’ En de Israëlieten braken op.
Rechabeam bleef alleen koning over de Israëlieten die in de steden van Juda woonden. Hij stuurde Adoniram, de opzichter van de herendienst, nog naar de Israëlieten, maar die werd gestenigd. De koning zelf kon nog net op een wagen klimmen en naar Jeruzalem ontkomen. Zo brak Israël met het koningshuis van David, en dat is zo gebleven tot op de dag van vandaag.
Terug naar nieuwsoverzicht